woensdag 6 oktober 2010

Argwaan

Ik erger me. Tja, men doet dat wel vaker toch? Maar ik erger me aan iets wat ik niet zo eenvoudig mijn hoofd uitkrijg, en dat zijn de negativiteit en argwaan van sommige of misschien wel vele mensen in mijn omgeving.

Oké, ik ben jong en naïef. Althans, dat is iets wat ik vaak te horen krijg, onder andere door wat ik soms doe in mijn leven. Klopt, daar zitten dingen bij die ik achteraf beter niet had kunnen doen, maar ik ben niet de enige die zonder na te denken dingen heeft gedaan.

De een maakt wat meer ellende mee dan de ander. Ik doel op ellende waar je zelf niet om vraagt, of ellende waarbij je niet goed naar je geweten hebt geluisterd en alleen maar naar je hart. Zo ken ik iemand die noodgedwongen haar kamer is uitgegaan vanwege een niet mee samen te leven huisgenoot, haar relatie is uitgegaan en ze kan geen nieuwe woonruimte vinden. Een flinke bak ellende om zomaar even mee te ‘dealen’. Maar als ik dan vertel hoe blij en enthousiast ik me voel over sommige dingen, die in het verleden minder goed gingen, komt die enorme negativiteit er uit. Waarom?

Zo heeft diezelfde persoon een date met iemand. Ze zegt dat ze er weinig zin in heeft en als ik haar vraag waarom, komt het er op neer dat ze niet wil daten en dat ze nu nuchter moet gaan oordelen of hij wat is. Kortom: Die jongen moet zich dubbel gaan bewijzen. Alleen maar door haar eigen negativiteit.

Het maakt me lichtelijk gefrustreerd. Waarom zijn (sommige) mensen toch zo enorm negatief? Zoveel is er helemaal niet mis met mijn naïviteit, denk ik dan. Soort privé en werk gescheiden houden – kwestie.

maandag 4 oktober 2010

Positieve psychologie

Afgelopen weekend ben ik even wezen buurten bij mijn ouders, ik had ze al een poosje niet meer gezien. Mijn moeder had een krantenartikel voor me bewaard over een therapievorm die me behoorlijk aanspreekt. Dit artikel heeft het nog eens extra onderstreept. "De sterke kanten als uitgangspunt". Ik vind het zo'n boeiend stuk dat ik het toch ook even hier plaats.

De sterke kanten als uitgangspunt

Therapie maakt niet gelukkig, zeggen de meeste psychotherapeuten. De beoefenaars van ’positieve psychologie’ zijn het daar niet mee eens. Hun aanpak sijpelt langzaam door in de gevestigde geestelijke gezondheidszorg.

 Robert Haringsma, psycholoog: positieve therapie.

Robert Haringsma, psycholoog: positieve therapie.© FOTO MERLIJN DOOMERNIK

Als een psycholoog vraagt ’hoe gaat het met u?’ zal het gesprek al snel gaan over de vraag wat er allemaal níet goed gaat. Want mensen gaan niet voor niks naar de psych. Dat mag wel zo zijn, maar de beoefenaars van de ’positieve psychologie’ nemen daarmee geen genoegen.

Tijdens zijn opleiding tot psycholoog aan de Groningse universiteit viel het Robert Haringsma al op: juist omdat de gevestigde behandelaars onderwerpen als geluk laten liggen, wenden mensen zich massaal tot allerlei zelfhulpaanpakken. Neem zoiets als neurolingistisch programmeren, kortweg NLP, dat ervan uitgaat dat je de vaardigheden van succesvolle personen kunt overdragen op anderen. „Een aanpak die je veel ziet, maar waarvan je je ernstig kunt afvragen of het effectief is”, zegt Haringsma.

Kort na zijn afstuderen kwam hij in contact met de positieve psychologie. „Die bood een aanpak waarvan is gebleken dat het wél werkt.” Sinds anderhalf jaar runt hij in Amsterdam het Instituut voor Positieve Psychologie. Hij geeft er trainingen en verzorgt coaching. „Neem vragen als: wat is geluk? Hoe bouw je een zinvol bestaan op? Die kunnen bij deze aanpak aan de orde komen.”

Positieve therapie is niet een soort aanpak zoals die bekend is van mensen als Emiel Ratelband, benadrukt Haringsma. „Veel mensen denken dat positief vooral neerkomt op heel veel roepen ’als je iets wilt, dan kún je het echt wel’. Die aanpak zie je bij veel zelfhulpgoeroes terug. Maar dat werkt niet. Misschien kun je mensen op die manier voor korte tijd stimuleren, maar dat verdwijnt snel. Dat doen we dus ook niet.”

Haringsma richt zich op onderwerpen als zelfvertrouwen. „Een training begint met de vraag: wat is zelfvertrouwen precies? Uitgangspunt is dat zelfvertrouwen een combinatie is van vaardigheden die je nodig hebt, en een gevoel van waardigheid. Met dat idee gaan we kijken wat er leeft bij de mensen die deelnemen aan de training.”

Stel, een deelnemer aan de training voelt zich onvoldoende gewaardeerd op het werk, iets wat het leven erg onprettig maakt. „Zodra we weten wat er precies speelt, gaan we onderling brainstormen: hoe kun je dat oplossen? Welke vaardigheden zijn daarbij nodig en hoe zit het met het zelfvertrouwen van degene om wie het gaat.” Nog tijdens de sessies zal de ontevreden werknemer moeten proberen iets te veranderen op zijn of haar werk, zodat binnen vijf sessies van twee uur de situatie daadwerkelijk is verbeterd.”

Haringsma heeft zijn trainingsaanpak inmiddels uitgebreid met een praktijk voor eerstelijnspsychologie, zeg maar een soort eerste hulp bij psychisch leed. „Daarin combineer ik positieve psychologie met de gangbare aanpak.” Zijn aanpak wordt nog niet vergoed door de verzekeraars: de cliënt moet het zelf betalen of zijn werkgever bereid vinden de kosten op zich te nemen.

Bij de Vrije Universiteit is Haringsma een promotieonderzoek begonnen dat moet uitwijzen of zijn trainingen daadwerkelijk effect hebben. „Uit Amerikaans onderzoek weten we van wel, maar daarbij ging het om mensen die een stoornis hebben. Ik wil weten of het ook werkt bij psychisch gezonde mensen.”

De Nijmeegse hoogleraar psychologie Jan Derksen ziet de positieve psychologie als een ’aangename correctie’ op de neiging van psychologen zich vooral te richten op stoornissen. „De laatste twintig jaar hebben psychologen sterk de neiging zich op te stellen als kleine psychiaters, die zich vooral bezig houden met het classificeren van psychische stoornissen en het opstellen van behandelprotocollen. Wat daarachter ligt, wordt nogal eens uit het oog verloren. Dat is jammer, want mensen met een stoornis kunnen nog steeds sterke kanten hebben. Als je die kunt aanspreken, help je ze sneller.”

De correctie heeft trouwens nog niet veel geholpen, merkt Derksen. „Ik hamer bij mijn colleges op het belang van een positieve aanpak en noem daarbij ook de positieve psychologie. Maar ik heb net zeventien behandelplannen gelezen van studenten en ook die richten zich volledig op stoornissen.”

Derksen is zelf opleider van eerstelijnspsychologen en heeft een eigen praktijk. „Zeker nu de behandeling is teruggebracht tot acht consulten, is het extra van belang om je te richten op de sterke kanten van cliënten. Dat doen we ook zoveel mogelijk.”

De positieve psychologie heeft ook zijn beperkingen, zegt Derksen. „Zeker in de Verenigde Staten is nogal eens een sfeer ontstaan met een veel te positief mensbeeld. Zo van: als je het wilt, dan kun je het. Een nieuwe versie van de droom waarbij de krantenjongen miljonair wordt. Terwijl mensen nu eenmaal hun beperkingen hebben. Als je een niet al te sterk genenpakket hebt meegekregen of anderszins kwetsbaar blijkt, is het niet echt motiverend om te horen dat je dat allemaal aan jezelf ligt dat het niet goed met je gaat.”

In Amerika is de positieve psychologie vooral populair bij de oudere, gevestigde lichting wetenschappers, constateert Derksen. Die doen dat misschien een beetje voor zichzelf. „Als je wat ouder wordt, wil je graag volhouden dat je nog steeds omnipotent en grandioos bent. Zeker in deze tijd, waarin we het pijnlijk vinden om te stellen dat leeftijd ook beperkingen met zich mee kan brengen.”

Robert Haringsma is met zijn Instituut voor Positieve Psychologie zeker niet de enige in Nederland: veel coaches en trainers bieden deze aanpak aan, of gedeeltelijk. Ook op scholen wint de aanpak lichtjes terrein. Een van de voorlopers is het Groen van Prinsterer Lyceum in Vlaardingen, dat speciale ’Lessen in Geluk’ ontwikkelde. Haringsma: „Bij de studies psychologie zie je langzamerhand meer aandacht voor positieve psychologie komen, maar het gaat nog niet hard.”

Net als Haringsma bieden verschillende eerstelijnspsychologen de positieve psychologie aan. In de GGZ-instellingen dringt de aanpak nog niet razendsnel door. De koepel GGZ Nederland wijdde vorig jaar een conferentie aan positieve psychologie, maar instellingen zelf zijn nog weifelend.

Bij de Utrechtse instelling GGZ-Altrecht is het vooral de Indigo-afdeling – korte hulp bij milde klachten – die met het concept werkt. Bijvoorbeeld met ’Voluit leven’, een preventietraining voor mensen die onder meer somber zijn. „Mensen komen bij ons met problemen, dat spreekt voor zich. Maar bij dat soort trainingen stellen we ook de vraag: wat wil je nou eigenlijk bereiken in het leven? Hoe kun je ervoor zorgen dat je daar niet van afgeleid wordt”, zegt Indigo-psychologe Gusta Boland.

GGZ Friesland doet mee aan een netwerk voor positieve psychologie op internet. „We vinden het een interessante benadering, maar we beraden ons nog over de mogelijkheden om het toe te passen”, zegt woordvoerder Bea de Jong.

Bij Pro Persona, een grote GGZ-instelling in Gelderland, noemen ze hun aanpak niet zozeer positieve psychologie, maar ’rehabilitatie’. „We kijken sinds een aantal jaar bij iedere nieuwe patiënt niet alleen naar de problemen, maar ook naar wat iemand nog wél kan”, zegt Tom Zewald, directeur patiëntenzorg van het psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze.

De aanpak is volgens hem toepasbaar bij psychiatrisch patiënten, maar ook in de forensische psychiatrie. „Iemand kan psychisch ziek zijn, maar op het terrein van werk of hobby nog wel ergens toe in staat”, vult Marguerite Elfrink van GGZ Nijmegen – onderdeel van Pro Persona – aan.

„Als je mensen daarop aanspreekt, kan dat hun gezondheid bevorderen. We doen dat trouwens al langer. Ook bij mensen die we voor het eerst zien, die bijvoorbeeld voor het eerst met een psychose te maken krijgen. We proberen te kijken naar de mens als geheel. ” Zewald: „Dat is overigens nog knap lastig in een financieel klimaat waarbij je pas geld krijgt als je kunt laten zien wat mensen níet meer kunnen.” Beiden geven toe: deze rehabilitatie-aanpak vertoont overeenkomsten met positieve psychologie, maar is niet hetzelfde.

Het verbaast hoogleraar psychologie Jan Derksen niet dat positieve psychologie nog niet snel oprukt in de gevestigde GGZ. „Er zit nu eenmaal geen duidelijke methodiek bij. De uitgangspunten, zoals meer aandacht voor de goede kanten van de mens, kun je ook in de praktijk brengen zonder het meteen positieve psychologie te noemen.”